Thomas van Aquino, de grote filosoof en theoloog uit de 13e eeuw voegde aan de vier klassieke deugden, drie theologale of goddelijke deugden toe: geloof, hoop en liefde. Die drie deugden komen uit de eerste brief van Paulus aan de gemeente in Korinthe. Daar schrijft Paulus ”Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde” (1 Kor 13,13). De grootste, de belangrijkste is de liefde, en met die deugd zullen we deze serie dan ook afsluiten.
In deze aflevering “geloof”. Geloven is volgens Thomas een gerichtheid op het ultieme goede, op Gód. Maar geloof is volgens hem ook een geschenk, een genadegave van God.
God is oorsprong en doel en zin. We zijn van nature gericht op het goede, maar dan wel het goede voor onszelf. Het gaat er om dat wij ons richten op het goede voor de gemeenschap. Er is een kracht of een impuls buiten onszelf nodig die ons richt op dat goede dat ons overstijgt.
God?
Maar wat nu als je niet in God gelooft? Is de deugd van geloof dan nog wel relevant? Volgens Filosoof en hoogleraar Paul van Tongeren gaat het dan nog steeds om het geloof in iets dat het persoonlijke overstijgt. In plaats van geloven in God kun je ook geloven in menselijke waardigheid.
Ook zonder geloof in God kun je het gevoel hebben dat er een appèl op je wordt gedaan, dat er een kracht werkzaam is die je richt op het goede. Kun je het gevoel hebben dat je iets moet doen: “hier sta ik, ik kan niet anders”.
Klik hier om de uitzending te beluisteren op Radio Bloemendaal.
Foto: Jaap van Werkhoven. Museum La Grande Chartreuse.