Het voorjaar komt, de knoppen breken
en bloesems geven taal en teken.
De vogels zingen. God wat is dit mooi
ook ik wil zingen in mijn alledaagse kooi.
Maar kan niet. Deze dagen staat
tussen de takken uw bebloed gelaat.
De bomen lopen wonderbaarlijk uit
rond uw verminkte naakte huid.
Spijkers die hand en hout doorboren,
de aarde bloeit als nooit tevoren.
Ik hunker naar wat gaande is,
naar opbloei, naar verrijzenis.
Maar kan het voorjaar nog niet aan
eerst moet de Heer zijn opgestaan.
Jaap Zijlstra